Door op 18 februari 2014

Service voor de wijk: mes snijdt aan meer kanten

Met medekandidaat GR2014  Milona Hovestad en bestuurslid Ad de Bruin zijn we op 11 februari op bezoek bij Service voor de Wijk. De coördinatoren Anita Stoker en Peter de Jong informeren ons uitgebreid en we bezoeken vervolgens samen twee cliënten. Zo krijgen we een inspirerende inkijk in een organisatie die efficiënt en laagdrempelig werkt. Zowel voor de bijstandsgerechtigden die geholpen worden weer aan de slag te gaan als voor (voornamelijk) senioren die hulp in en rondom huis nodig hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Helaas is de laatste jaren de bestaanszekerheid van het Servicepunt steeds weer onzeker. Het wordt hoog tijd dat daar een eind aan komt in het belang van alle betrokkenen.

De opzet
Service voor de Wijk is een voortzetting van de Stichting Voorwerk en sinds 2009 vanuit het Servicepunt aan de Lindenhorst in de hele gemeente actief. Carla Visser, projectleider namens de gemeente, introduceert Anita. Zij is coördinator en werkbegeleider voor diensten als huishoudelijke hulp, boodschappen en begeleiding naar artsen: “We bieden veel, soms incidenteel, maar vaker langdurig. Van medicijnen en persoonlijke verzorging blijven we af. Dat is echt voor de professionals”. Peter coördineert de inzet voor de klussen en het ‘groen’. Dat kan variëren van een koelkastlampje verwisselen voor een reumapatiënt tot langjarig tuinonderhoud, tegen een relatief lage prijs. Voor reguliere bedrijven zijn deze klussen minder interessant, terwijl ze o.a. door hoge voorrijkosten onbetaalbaar zijn voor de doelgroep.

De zorgen
Vanaf de start stromen er gestaag cliënten de bijstand uit en banen in. Een succesformule met onzekere toekomst. Want al jaren duikt steeds de vraag op: mogen we doorgaan? Voor 2014 staat de gemeente garant. “Maar daarna? Het geeft zoveel onrust onder cliënten. Wij bieden vaak net dat stukje extra, waardoor men zelfstandig en betaalbaar thuis kan blijven wonen. Hoog bejaarde en kwetsbare mensen leven soms maanden in onzekerheid en dat geldt ook voor mantelzorgers.” Carla vult aan: “Er is voorzichtig contact met de Medewerker en de Permar over samenwerking en zelfs uitbreiding. Meer locaties zijn hard nodig voor meer efficiëntie. De decentralisaties in de zorg bieden ook kansen. Er komen sociale en wijkteams die al doorverwijzen.” We concluderen: het is hoog tijd, de gemeente moet als regisseur deze voorziening een toekomstbestendig bestaansrecht bieden.

De werkwijze
Op kantoor werken ook mensen uit de doelgroep en allen hebben  een grote afstand tot werk. Mensen zijn werkloos geworden, verstuurden soms meer dan hebben 500 sollicitatiebrieven en zijn in de bijstand beland. Anita: “Je verliest dan behalve je werk en je inkomen ook je geloof in jezelf en het vertrouwen in de omgeving.” Peter vult aan: “Onze medewerkers hebben soms echt geen zin zich bij ons te melden. Ze willen wel werken, maar ervaren de drempel om het te proberen als veel te hoog.”

Een vertrouwensband opbouwen is heel belangrijk, zeker voor de vaak jonge alleenstaande bijstandsmoeders. Maar zij worstelen ook met de hoge kosten voor kinderopvang, waardoor ze bij regulier werk toch weer onder het bijstandsniveau komen, demotiverend en ook bijna ondoenlijk. Anita wil graag een eigen opvang, maar daar zijn veel obstakels te overwinnen.

We gaan op bezoek bij een 94-jarige meneer. Hij woont zelfstandig, is zeer helder van geest en helemaal ingelezen en voorbereid op ons bezoek. Naast professionele zorg bij aan- en uitkleden koopt hij hulp in huis en tuin in bij het Servicepunt. Hij is vol lof. Niet alleen over de geboden hulp, maar vooral over de hele opzet van het project en de respectvolle manier waarop hij bejegend wordt: “Dat maakt het voor mij zoveel makkelijker om hulp te vragen. Zo heb ik veel minder het gevoel oud en lastig te zijn.” Een tweede bezoek aan een oudere dame in Bennekom levert dezelfde tevredenheid op. En strijdbaarheid! Mevrouw is zeer begaan met het lot van haar ’tuinman: “Meneer woont bij zijn ouders, die van de AOW rond moeten komen. Nu worden hij én zijn ouders gekort en moet hij het huis uit, anders kan het niet. Dan leeft meneer op straat, heeft geen adres meer en mag hier dan ook niet meer werken. Dan belandt hij in de goot! Daar moet de politiek wat mee.”  Milona noemt het ombudsteam van de PvdA en mevrouw vindt dat een goede tip.

Conclusie
De afgelopen jaren heeft de werkwijze van Service voor de Wijk zich bewezen. Veel mensen komen onzeker, wantrouwend naar instanties, met weinig zelfvertrouwen en zonder hoop op een goede afloop binnen. Anita en Peter zien velen van hen veranderen en letterlijk ‘groeien’, waarna ze uitstromen naar regulier werk. Nog steeds, ondanks de crisis. Tijdens de klussen worden regelmatig sociale contacten opgebouwd. Tussen medewerkers onderling en met cliënten, die dit contact zeker zo belangrijk vinden als de hulp die ze krijgen. Ook begrijpen cliënten heel goed de doelstelling van het project: mensen zicht op een vaste baan met toekomstperspectief bieden. Natuurlijk vinden ze het jammer dat hun ‘vaste’ hulp dan vertrekt. Een nieuwe hulp betekent weer nieuwe contacten, andere gesprekken. Soms hoort een medewerker van een cliënt: ‘Jij moet hier weg!” En dan met de bedoeling: je kunt t aan, een baan. Kom op, ga aan de slag! En daar is het allemaal om te doen.

 

IMG_7746

IMG_7736

IMG_7741