Door op 14 maart 2014

“Kijken naar wat een jongere kan in plaats van wat hij heeft”

Werk is topprioriteit voor de PvdA. Vooral voor jongeren is het moeilijk om op dit moment aan werk te komen, laat staan als je ook nog een psychische, cognitieve of fysieke beperking hebt. Zijn er dan nog mogelijkheden? En hoe gaat dat in zijn werk? Een reden voor mij om een middag mee te lopen met Kees, Arbeidsdeskundige van het UWV voor de Wajong, en zeer gedreven om jongeren een toekomst te bieden.

Om te beginnen mocht ik bij een intake zijn met een cliënt. Een jongeman van 24 die in zijn leven al het nodige te verduren heeft gehad. Hij had te kampen met een post traumatisch stress syndroom en zijn zelfvertrouwen was tot het minimum gedaald. Hartstikke gemotiveerd was hij om te werken want thuis werd hij gek. Timmeren deed hij het liefst, echter door psychische problemen lukt het niet om de opleiding goed af te sluiten.  Ingezette trajecten vanuit de WWB resulteerden niet tot een passende baan. Er werd een beroep op de Wet Wajong gedaan, waarbij nu een intensievere ondersteuning naar een passende betaalde baan moet gaan leiden. Eigenlijk wil hij vooral een plek waar hij gewaardeerd wordt. Dat was wel duidelijk want bij ieder compliment dat hij van Kees kreeg, zag je hem groeien. Ik was onder de indruk van z’n zelfkennis en gedrevenheid. Hij had zelfs al iemand gevonden waar hij mogelijk in de timmerwerkplaats zou kunnen gaan werken. Kees zag nog andere mogelijkheden, bijvoorbeeld bij een restauratiebedrijf waar ook meerdere Wajongers werken. Ja, wij hadden allebei het gevoel dat deze jongeman er met goede begeleiding wel zou komen.

Toen naar het ziekenhuis. In de catacomben worden bedden en beddengoed schoongemaakt. Hier is sinds een maand ook een wajonger aan het werk in een aangepast takenpakket. Ook al vond hij het erg spannend, toch vertelde hij ons uitgebreid over zijn werk. Hij had het zichtbaar naar zijn zin. Ja, volgens zijn begeleider ging het wel een stuk langzamer dan bij anderen. Maar daar krijgt de werkgever dan ook loondispensatie voor. Duidelijk werd dat de jongen moeite heeft om alles te structureren en te blijven overzien. Zijn jobcoach helpt hem daarbij met handige tips en trucks en taken 1 voor 1 aan te leren. Verbazingwekkend genoeg weet hij in het doolhof van gangen binnen het ziekenhuis dan wel weer goed zijn weg te vinden. Op de vraag of hij dit werk langer wilde doen was het antwoord duidelijk: “ja, ze zijn hier heel aardig”.

Duidelijk werd dat de adequate ondersteuning door de werkgever, jobocoach in samenwerking met de woonbegeleiding en het UWV hier debet aan is.

 

Tot slot nam Kees me mee naar Packstore, een bedrijfje op het industrieterrein dat van alles en nog wat verpakt. Jaap is de directeur en een sociaal werkgever pur sang. Momenteel heeft hij 10 wajongers aan het werk. Succesvol, want er is er in 3 jaar pas één uitgevallen en daar is hij, terecht, trots op. Leuk is dat er verder ook veel studenten werken met bijbaantjes. “Dat gaat hartstikke goed samen, er is nooit mot”. Jaap begeleidt de jongeren zelf, vanuit het experiment interne jobcoaching van het UWV in goede samenspraak en korte lijnen met de arbeideskundigen van het UWV, want het werken met deze jongeren is vaak toch wat anders dan met andere werknemers. Het bevalt hem heel goed. Volgens Kees is juist de kleinschaligheid van het bedrijfje ideaal voor deze doelgroep. Men ervaart er veiligheid en overzichtelijkheid, tevens is het in hun ogen geen sociale werkvoorziening maar een gewoon bedrijf. Ze willen immers zo gewoon mogelijk werken naar vermogen.

 

De participatiewet gaat voor het werk van Kees het nodige veranderen. Nieuwe Wajongers gaan immers onder de gemeente vallen. Maar toch vindt hij dat het mogelijkheden biedt. “Hierdoor heb je de mogelijkheid te ontschotten en veel meer samen te werken met o.a WMO en bijstand. Zo kun je nog beter inspelen op wat een jongere kan en wat een jongere nodig heeft”. Voor deze jongeren is een adequate ondersteuning in wonen en werk heel bepalend voor het slagen van reintegratie in passend werk.

Bij de invoering van de Participatiewet is volgens Kees een goede samenwerking tussen Gemeenten en UWV van groot belang in verband met jarenlange opgebouwde Wajong en reintegratie expertise door de arbeidsdeskundigen van het UWV.

Kees vraagt ook aandacht voor de te verwachten forse toename van het aantal niet uitkeringsgerechtigden [NUGgers], omdat voor de instromers onder de Participatiewet na 01-01-2015 de regels van de bijstand gaan gelden.

Deze groep vraagt net als de Wajongeren van voor de Participatiewet een intensieve begeleiding naar werk als gevolg van diverse medische problematiek en moet niet tussen wal en schip gaan vallen omdat er geen uitkeringsrelatie is.

Verder is Kees heel duidelijk over trajecten met jongeren: “het mag niet te vrijblijvend zijn. Je mag wat verwachten van een jongere. Je moet er bovenop zitten en het moet leiden tot werk”. Gelukkig lukt dat toch in verrassend veel gevallen, vooral door werkgevers die hun nek uit steken. Die mogen van Kees overigens nog wat meer als voorbeeld gebruikt worden voor anderen. Dat er maar velen zoals Jaap mogen volgen!