Door op 30 maart 2017

Raadsvragen over de toepassing van de Kostendelersnorm in Ede

In de afgelopen periode zijn wij als fractie regelmatig situaties tegengekomen waarbij mensen als gevolg van de kostendelersregeling in de problemen zijn gekomen. Het toepassen van deze regeling voelde soms onrechtvaardig. Er is inmiddels extra beleidsvrijheid en de fractie is benieuwd hoe er in Ede met deze regeling en de geboden beleidsvrijheid wordt omgegaan. Daarom zijn onderstaande raadsvragen opgesteld;

Raadsvragen van de raadsleden Ria Maliepaard van PvdA en Ellen Out van GroenLinks/Progressief Ede, ingevolge artikel 43 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.

Datum: 29 maart 2017

Onderwerp: Toepassing van de ‘Kostendelersnorm’ in Ede

De Kostendelers regeling is in 2015 van kracht geworden. De hoogte van de bijstandsnorm wordt op basis van deze regeling bepaald op grond van het aantal medebewoners (ouder dan 21 jaar, niet zijnde de partner, geen commerciële huurder of student via BBL) en ongeacht of deze medebewoners een inkomen en/of vermogen genieten of hoe hoog hun inkomen en/of vermogen is. Hoe meer medebewoners, hoe lager de uitkering.

De gedachte hierachter is dat bijstandsontvangers die met anderen een woning delen, ook de kosten voor levensonderhoud kunnen delen.
Echter er bestaan zorgen om de toepassing van deze regeling in specifieke situaties zoals mantelzorg, crisisopvang, niet rechthebbenden partners en jongeren. Ook in Ede worden situaties gemeld waarover PvdA en GroenLinks/PE zich zorgen maken.

Het Nibud heeft aangegeven dat een deel van de huishoudens die met de kostendelersnorm te maken hebben maandelijks geld tekort komt. Dit geldt met name voor gezinnen. Maar ook voor bijv. jongeren die zelfstandig willen wonen heeft de Kostendelersnorm flinke negatieve gevolgen. Zij kunnen minder sparen en zullen hierdoor langer thuis en dus kostendeler moeten blijven.

Naast het Nibud hebben ook maatschappelijke organisaties inmiddels lokaal en landelijk aan de bel getrokken over de negatieve financiële en maatschappelijke gevolgen van de Kostendelersnorm.

De fracties van de PvdA en GroenLinks/PE hebben naar aanleiding hiervan de volgende vragen:

  1. Kan het college aangeven hoe vaak en in welke gevallen de Kostendelersnorm in Ede tot nu toe is toegepast?
  2. Wordt hierbij gekeken naar de specifieke situatie en wordt er rekening gehouden met de financiële, praktische en emotionele gevolgen van deze toepassing? Zo ja hoe? Zo nee, waarom niet?
  3. Wordt er specifiek rekening gehouden met situaties waarbij (jonge) kinderen deel uitmaken van het gezin?
  4. Is bij het college bekend in hoeveel situaties Mantelzorg de reden is voor het delen van een woning? En of dit in gevallen als gevolg van de toepassing van de regeling Kostendelersnorm heeft geleid tot het beëindigen van de mantelzorg?
  5. Heeft het college een beeld of in Ede door het opleggen van deze Kostendelersnorm een mogelijke toename van het aantal daklozen is ontstaan?
    Zo ja, kan zij dan aangeven om hoeveel gevallen het gaat en wat de huidige status is van deze personen?
  6. Wordt er in bepaalde situaties gebruik gemaakt van de door de staatssecretaris geboden beleidsvrijheid? Graag toelichting waarom dit wel of niet gebeurd is en de motivatie daarvoor.

Wij willen u verzoeken om deze vragen binnen de gestelde termijn van 30 dagen te beantwoorden.

Ria Maliepaard, Raadslid PvdA​​​​​

Ellen Out, Raadslid GroenLinks/PE