Ede en de parlementaire enquête woningbouwcorporaties
Deze week begonnen de openbare verhoren van de parlementaire enquêtecommissie over de woningbouwcorporaties. De uitkomsten van deze parlementaire enquête zullen voelbaar en merkbaar zijn. En het moet gezegd, corporaties zijn zo her en der behoorlijk uit de bocht gevlogen. En dat doet pijn. Immers, voor de sociaal democratie was en is de corporatie een belangrijke representant en soms bondgenoot in het maatschappelijk middenveld. Er bestaan van oudsher belangrijke banden tussen vakbeweging, woningbouwcorporaties en de sociaal-democratie. Wat ging er mis?
Begin jaren negentig van de vorige eeuw werden de eerste stappen gezet naar verzelfstandiging van corporaties. Het Rijk was eind jaren tachtig al gestopt met het verstrekken van rijksleningen en garanties voor sociale woningbouw. Corporaties moesten via de kapitaalmarkt in hun financieringsbehoefte voorzien. Bijna gelijkertijd werden de banden tussen het Rijk en de corporaties doorgesneden in de zogenaamde ‘ bruteringsoperatie’ . Het op eigen benen staan van de sector viel samen met een ongebreideld geloof in de vastgoedmarkt. Huizenprijzen stegen en op de toekomstige opbrengst van vastgoed werd druk gespeculeerd. Ook door woningbouwcorporaties.
Daarmee werden corporaties van voorzieners van huisvesting voor lagere inkomensgroepen eigenlijk een nieuwe marktpartijen met soms fatale gevolgen. De schandalen rondom salarissen, mislukte vastgoedtransacties staan in ons geheugen gegrift. Woningbouwcorporaties deden mee aan de jacht op de opbrengst van woningen en verwijderden zich van de groep waarvoor sociale woningbouw bedoeld was. Dat vormt één van de aanleidingen voor de parlementaire enquête woningbouwcorporaties.
In Ede stelt de PvdA fractie zich ook de vraag welke de mogelijke gevolgen van de parlementaire enquête zijn. Wij willen actief mee op zoek naar een nieuw rol en positie van de sociale woningbouw. Het werk van de corporatie moet preciezer worden gericht op de doelgroep, maar hoe doe je dat? Hoe ziet de corporatie er anno 2020 uit? Is zij nog in bezit van woningen of fungeert ze enkel als beheerder? Op welke wijze voorziet de sociale woningbouw op een moderne wijze in de woonbehoeften van haar doelgroep? Is het mogelijk de aandacht van de vastgoedwaarde van woningen te verleggen naar de kostenkant en zijn we in staat goedkoop en goedkoper te bouwen? Zijn er nieuwe vormen van opdrachtgeverschap voor corporaties te bedenken waarmee ze tegemoet kan komen aan de uiteen schaatsende woonbehoeften van haar doelgroep? Kan de corporatie voorzien in eigen opdrachtgeverschap van huurders met een smalle beurs?
We hebben de antwoorden (nog) niet. Toch willen we in nauwe samenspraak met de Edese corporatie op zoek naar mogelijke antwoorden. Mee in het belang van de doelgroep en met het oog op een moderne en verantwoorde positionering van de sociale woningbouw in Ede.
Luuk Oost