Edese gemeenteraad oefent crisis in het Sociaal Domein
Een crisis in de zorg, we moeten er niet aan denken! Of misschien toch wel? Daarom vroeg PvdA raadslid Henk Buikema vorig jaar om een oefening: wie doet wat als er iets ernstig mis gaat.
Crisis en wat dan?
Het kan gebeuren: in Ede overlijdt een baby na mishandeling. Het Centrum Jeugd en Gezin was betrokken bij deze mensen, maar toch ging het mis. Gelukkig is dit nog niet echt gebeurd, maar het kan wel. Sinds 1 januari is de Gemeente o.a. verantwoordelijk voor het Jeugdbeleid en dus rijzen de volgende vragen. Hoe moeten we als gemeente handelen, is er een protocol, wat verwachten we van de burgemeester, de verantwoordelijk wethouder, de fractievoorzitters, de raadsleden? En hoe gaan we om met media?
Een concept protocol is er inmiddels, maar in de praktijk komen altijd zaken aan het licht die beter kunnen. Een oefening om het protocol aan te scherpen is dan ook nuttig om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op calamiteiten.
Brede deelname aan de oefening
De raad en de gemeente hebben het initiatief voor een oefening op basis van het concept handboek omarmd. Tijdens een goed bezochte bijeenkomst in het gemeentehuis met burgemeester, wethouders, raadsleden, ambtenaren en vertegenwoordigers van diverse zorginstellingen is besproken wat anders of duidelijker moet. Professor Ira Helsloot, hoogleraar van de Radbouduniversiteit en medewerker van het Crisislab begeleidde de bijeenkomst. Zijn ervaring met protocollen en handboeken voor de aanpak van incidenten in het sociaal domein zorgde voor mooie leermomenten.
De rolverdeling Meestal ligt in dit soort situaties de leiding bij de bekende ‘driehoek’ burgemeester, openbaar ministerie en politie: het crisisteam. Dit team verzorgt de externe communicatie naar de burgers en staat de pers te woord.
Raadsleden zijn ook burgers en hebben natuurlijk ook een mening over wat er gebeurt, maar het is belangrijk dat tijdens de crisis de verantwoordelijke instanties hun werk ongestoord kunnen doen. Het staat raadsleden natuurlijk vrij om waar nodig vragen te stellen en om aanvullend onderzoek te vragen. Als alle onderzoeksresultaten er zijn kunnen raadsleden op grond van hun controlerende functie tijdens raadsvergaderingen kenbaar maken of men tevreden is met het gevoerde beleid en hier vragen over stellen. Indien nodig kan men maatregelen vragen of het beleid aanpassen.
Alle betrokkenen zijn het eens: een goede aanpak, maar vooral het voorkomen van sociale onrust door foutieve informatie staat of valt met communicatie. Burgemeester Van de Knaap is een ervaren bestuurder en laat zien dat hij écht de regie heeft in dit soort situaties, waarbij hij zijn rol als ‘burgervader’ met verve oppakt.
Het idee om binnen de gemeenteraad een incidentencommissie in te stellen wordt overwogen. Deze commissie kan incidenten en calamiteiten bespreken en beoordelen en mogelijk voorstellen doen om beleid aan te passen.
De gespreksdeelnemers waren unaniem positief over het voorstel om minimaal elke raadsperiode een soortgelijke oefening als deze avond te organiseren. Voor zowel de raadsleden als de organisaties en de burgemeester is het van belang om de ervaringen op dit gebied door te geven aan nieuwe raadsleden en nieuwe bestuurders van organisaties.
Henk Buikema is tevreden. Zijn voorstel is ondersteund door tal van collega’s en het handboek, dat nog her en der wordt aangescherpt, geeft duidelijk weer waar de taken en verantwoordelijkheden liggen. Zowel hij als de verantwoordelijke ambtenaren krijgen voor hun inzet een welverdiend compliment van de aanwezigen.